Leien uit Wales

Weet u het nog, deze foto stond in het verslag van 29 maart jl. over de restauratie. De leien voor ons dak, afkomstig uit Wales, waren aangekomen bij de fa. Bogaerts-van Nuland in Ravenstein.

Onze parochianen Mea en Wessel Jan besloten hun belangstelling voor de restauratie voort te zetten tijdens hun vakantie en bezochten de mijn in Wales: hieronder hun verslag en foto’s.

Dan moet jullie kerk wel heel rijk zijn

We zijn op vakantie geweest in Wales en dankzij de bemiddeling van Mirjam Dappers van de leidekkers uit Ravenstein brachten we een bezoek aan de groeve waar de nieuwe leistenen van ons kerkdak vandaan komen.
In ons hotel lagen op tafel grote en kleine leistenen onderzetters, maar die kwamen uit Brazilië en waren ondanks de verschepingskosten stukken goedkoper dan de leistenen om de hoek. Toen ik vertelde dat we een nieuw dak op onze kerk hadden laten zetten met leistenen van Welsh Slate reageerde de eigenaresse heel verbaasd en ik zag haar denken: ‘Dan moet jullie kerk wel heel rijk zijn’.
We reisden 2,5 uur met het openbaar vervoer door het mooie Snowdonia, in Bethesda werden we bij de bushalte opgehaald door Julie Owen en naar Penrhyn Quarry gereden.
Welsh Slate is een toonaangevende leverancier van hoogwaardig leisteen voor een ongeëvenaarde reeks van exterieur – en interieur toepassingen. Het materiaal, 500 miljoen jaar oud, is het mooiste natuurlijke leisteen in de wereld. Welsh leisteen is gebruikt door vele generaties uit alle lagen van de bevolking sinds het begin van de Romeinse tijd. In de afgelopen decennia zijn nieuwe bronnen van dakleien in productie genomen die wereldwijd worden verkocht.
Na een lekkere kop koffie en het aantrekken en aandoen van een veiligheidshesje, helm, oordoppen, neus- en mondkapje en laarzen met een stalen neus volgde een rit met een Landrover over het bedrijf. We konden zien hoe er zo’n 30 meter diep werd gewerkt in 6 lagen van zo’n 5 meter. Op chemische manier wordt er geboord en de beste kwaliteit ligt het diepst. Brokken van een vierkante meter gaan naar de fabriek waar ze machinaal worden bewerkt en gesneden en uiteindelijk zijn ze zo groot als de dakpannen van ons kerkgebouw nadat ze handmatig in 4 lagen zijn gesplitst. Echt vakmanschap en bijzonder interessant om te zien.
De rondleiders vertelden trots over hun werk. Hoe vroeger het leisteen als ballast meeging in de schepen naar Australië en daar als dakpannen werden gebruikt. Dat er nog steeds veel naar dat continent wordt verscheept om wijken in dezelfde stijl te behouden. Hoe een dorp dacht met Spaans leisteen goedkoper uit te zijn maar dat, door zuur aangevreten, alsnog door Welsh leisteen werd vervangen. En hoe een kerk rot houtwerk had. Dat werd vervangen. Het oorspronkelijke leisteen ging er weer op en er hoefde maar een vierkante meter nieuwe pannen gelegd te worden. En met een knipoog: ‘Als jullie honderd jaar geleden ons product hadden gekocht dan hadden jullie nu niet een nieuwe dakbedekking nodig gehad.’
Na de rondleiding hebben we onze grote dank uitgesproken en dat onderstreept met een aantal Joris-mokken. Wij kregen Welsh Slate-onderzetters mee en iedere keer als we iets drinken denken we met plezier aan deze rijke dag terug.