Goede Vrijdag

18 april 2014

GOEDE VRIJDAG
Dag om stil te staan bij het lijden en sterven van de redder van de wereld.“
Hoezo goed?’
Antwoord daarop is alleen te vinden in het feest van Pasen, het feest van de verrijzenis. Maar het is nog niet zover. Het is nog donker en leeg. Het orgel en de klok zwijgen. De ontsteltenis om wat er op deze dag is gebeurd in Jeruzalem, bepaalt het karakter van de dienst. Net zoals de hele “Goede Week liturgie” is deze dienst al ontstaan in de moederkerk van Jeruzalem. Er is geen misviering, maar een eenvoudige en sobere samenkomst met bijbellezingen en lezing van het lijdensverhaal, zoals het opgeschreven is door de lievelingsleerling van de Heer, Johannes. Met gebeden, lang en nadrukkelijk, breeduit, gericht op heel de wereld, op al het geschapene, gedacht vanuit Gods bedoelingen en zijn menslievendheid. Met aandacht voor de dood van Jezus aan het kruis. Maar de vernedering, het lijden en het sterven zijn niet het hele verhaal. Er worden ook andere accenten gelegd. Een hoogtepunt vormt de plechtige verering van het kruis, waarin wij onze Heer gedenken en eren in liefde en aanbidding. Een aangepaste vorm van het “Beklag van God” (Improperia) wordt gebeden: een vraag en antwoordgebed tussen God en Zijn volk: ”Mijn volk, wat heb Ik je gedaan …. Heilige God, ontferm U over ons …”  Waarbij het goed is te bedenken dat wij dat volk van God zijn. Daarna kun je één voor één naar het kruis gaan en even stil staan om tot je door te laten dringen wat het hele verhaal met al die grote woorden met je doet. Je kunt ook simpelweg een bloem neerleggen, uit respect voor wat je niet kunt bevatten, de dood van Christus, het lijden van de wereld.

Bij de afbeelding:
Afbeelding van een schilderij van Sieger Köder: Jezus aan het kruis genageld. Het schilderij heeft een vreemd perspectief. We kijken als met de ogen van Jezus. Een Romeinse soldaat, gezichtsloos en gepantserd, heft op de voorgrond zijn arm: zo direct zal de hamer neersuizen en een spijker indrijven. De mensen die er om heen staan hebben verschillende gezichten, grijnzend, joelend, verdrietig, angstig. Eén slaat de handen voor het gezicht, kan het niet aanzien. Een ander slaat een boekrol open. Mensen kijken toe hoe iemand lijdt. Jezus kent deze nood. Maar er is misschien nog een diepere nood. Die van de zwarte zon aan de hemel. “Mijn God, waarom heb je mij verlaten ….”