Pastoor Grete 10 jaar priester

 

 

 Vrijdag 18 september 2009 was het 10 jaar geleden dat drs. Grete Verhey-de Jager (57) de eerste vrouwelijke priester werd van de oud-katholieke kerk in Nederland. Haar werden de handen opgelegd door de toenmalige aartsbisschop van Utrecht, mgr. dr Antonius Jan Glazemaker en door alle aanwezige priesters in de kathedrale kerk van Ste. Gertrudis aan het Willemsplantsoen in Utrecht.
In de jaren tachtig onderzocht zij de geschiedenis van vrouw en (diaken)-ambt, maar de aanvaarding ervan kwam niet per se door die nijvere studie. Kerkbreed won de overtuiging veld: een ambt-voor-mannen kan geen héél ambt zijn. Grete Verhey weet van het onbehagen van kandidaat-priesters: wil ik als man wel in zo’n ambt dat vrouwen uitsluit?

Oud-katholieken vormen met hun ongeveer zesduizend leden, twee bisschoppen en dertigtal, parochies, staties en kerngroepen maar bescheiden spettertjes op het vaderlandse kerkelijke palet. Maar zij vervullen in de oecumene ook de rol van tussenkleur, een brugkerk. De oud-katholieke kerk is soberder, democratischer dan de rk kerk, maar ze is meer op symbool, sacrament en hoogliturgische stijl ingesteld dan hervormden en gereformeerden, meer zelfs dan de lutheranen in Nederland. De kerk is mild in de leer, strak in de liturgie.

Oud-katholieken hebben veel gemeen met anglicanen. Beide kerken raakten los van Rome veeleer door een persoonlijk conflict dan door een theologisch dispuut. Bij Hendrik VIII was er de stille hoofdrol voor Anna Boleyn; aan het Utrechtse schisma van 1723 ging wel enig getwist vooraf rondom de vermeende ketterij van de Ieperse bisschop Jansenius en diens aanhanger en ambtsbroeder Petrus Codde in Utrecht. Maar de bom barstte pas toen ze in Utrecht buiten Rome om, een nieuwe bisschop kozen.

In de jaren zeventig van de vorige eeuw kregen de oud-katholieken versterking vanuit het buitenland – Zwitserland, Oostenrijk, Duitsland, Polen – plukjes katholieken die het door Pius IX met succes nagejaagde dogma van de pauselijke onfeilbaarheid en het Vaticaanse centralisme niet konden aannemen. Zo hebben de diverse oud-katholieke kerken verenigd in de zogeheten Unie van Utrecht een internationale band, onder de Utrechtse aartsbisschop – mgr. dr Joris Vercammen – als voorzitter, niet als paus. Ook elders vormen oud-katholieken slechts kleine diasporakerken.

Grete Verhey onderstreepte – ten tijde van haar priesterwijding in het dagblad Trouw –  dat in haar kerk de aanvaarding van de vrouwelijke ambtsdrager een proces was, met uiteindelijk nog slechts een handjevol tegen. Er heerst geen sfeer van hoera, wij van de vrouwenlobby hebben gewonnen of van o wee, onze kerk heeft zich losgescheurd van de una sancta der eeuwen; de kerk verwacht geen uittocht richting Rome

  Voor Grete Verhey staat bij de priesterwijding en het ambt dat haar werd opgelegd niet de glans ervan voorop, maar de versterking van haar pastorale dienstwerk. Nee, zij voelde zich niet altijd tot priester geroepen, helemaal niet, wel tot zorgen, dat zat er al jong bij, zegt ze zelf. Na haar jeugd in het kerkelijk meelevende gezin in Hilversum namen zij en haar al even gedegen oud-katholieke echtgenoot Emile wat afstand van de kerk. Zij werkte als creatief therapeute, liep aan tegen problemen met een religieuze achtergrond,
maar in de geestelijke hulpverlening was dat aspect taboe. Gaandeweg rees de vraag of ze niet iets kon combineren van geloof en psychologie.

Een studie theologie kwam in zicht, hoe lang en moeilijk ook voor een meisje van de hbs en voor een moeder van vier kinderen. Waarom niet wat bijgeschoold in de avonduren in plaats van een heel doctoraal? Verhey: ,,Als vrouw ben je kwetsbaar; als je wilt dat ze niet om je heen kunnen moet je het hoogste grijpen.’ Nog steeds was er geen enkele gedachte aan ambt of altaar. Wel werd het echtpaar steeds actiever in hun kerk. Emile Verhey runt nu al jaren het  secretariaat van het bisschoppelijk bureau van de Oud-Katholieke Kerk in Amersfoort. Toen de eerste golf vóór de vrouw in het ambt was stilgelegd besloot men toch tot een studiecommissie over de vrouwelijke diaken. Uiteindelijk werd dit het thema van Verhey’s kerkelijke scriptie, afgerond in 1990 

De afgelopen decennia is Grete Verhey langzaamaan verder op de kerkelijke weg gegaan, eerst als niet-gewijd pastoraal werker. In die praktijk ervoer ze dat het niet goed was jonge paartjes, zieken, stervenden te begeleiden en hen dan voor sacrament en viering over te dragen aan een priester. Het werd voor haar een kwestie van loyaliteit en beschikbaarheid voor de mensen om dan toch maar zelf ook de dienst van het ambt op zich te nemen. En dus moest het maar, hoe huiverig ze ook is voor onderscheid tussen clerus en ‘gewone’ gelovigen.